Activatie-stappen

Stap 1: Controle

De eerste stap is de controle stap. Voor je verder kan met de activatie van je boekhouding moet je:

  • Minstens 1 rekening hebben ingesteld voor het werkkapitaal - Via Instellingen
  • Elke kavel moet gekoppeld zijn aan exact één eigenaar - via Mede-eigendom > Mede-eigenaars
  • Je moet 1 verdeelsleutel invullen - via Mede-eigendom > Verdeelsleutels
  • De quotiteiten moeten voor alle kavels ingevuld zijn zoals ze op de basisakte staan - via mede-eigendom > Kavels

Stap 2: Aanmaak boekjaar

In stap 2 kan je de start- en einddatum van het boekjaar ingeven. Dit is normaal gezien 1 jaar maar dat kan afwijken.

Stap 3: Ingeven startgegevens kavels

Vervolgens gaan we de beginbalans van je VME ingeven. Hier geven we de stand van zaken in je VME in van het begin van het boekjaar.

Geef bij klanten de beginsaldo’s van je eigenaars in. Dit zijn met andere woorden de te betalen of te ontvangen bedragen van de eindafrekening van de vorige syndicus. Bij leveranciers geef je de openstaande facturen nog in van je leveranciers. Dit zijn de bedragen die al afgerekend zijn aan je mede-eigenaars maar nog niet betaald zijn.

Bij werkkapitaal en reservekapitaal geef je het bedrag in dat op de bankrekeningen staat.

Klik op het i’tje naast de rekening voor meer informatie. Je kan deze beginbalans nog altijd aanpassen nadat je de boekhouding hebt geactiveerd.

Tip: Ben je niet zeker hoe je dit precies moet invullen? Schakel dan de hulp van een expert in via ons Expertencentrum. Zij kunnen je assisteren om dit samen op de juiste manier in te vullen.

Ter info: De startbalans hoef je slechts één keer in te voeren bij het opstarten van je boekhouding in SyndicusOnline. Voor elk volgend boekjaar wordt de balans automatisch gegenereerd op basis van de cijfers van het voorgaande boekjaar.


Actief

  • 400 Klanten: hier vul je de schulden of vorderingen in die je op het begin van het boekjaar hebt van je mede-eigenaars. Dit is meestal de te ontvangen of te betalen bedrag na de afrekening van vorig boekjaar.
  • 550 Reservekapitaal: hier zet je het bedrag dat op de reserverekening staat op het begin van het boekjaar.
  • 551 Werkkapitaal: zet hier het bedrag dat op je werkrekening staat op het begin van het boekjaar.

Passief

  • 440 Leveranciers: Alle schulden of vorderingen van je leveranciers vul je in per leverancier. Dus openstaande facturen of creditnota’s van vorig boekjaar moet je hier invullen.
  • 499 wachtrekening: deze rekening wordt gebruikt voor bedragen te parkeren die je niet wil afrekenen. Je kan hier een positief of negatief bedrag invullen. Overgedragen kosten of opbrengsten zijn een voorbeeld dat op deze rekening wordt gezet. Meestal is deze leeg.
  • 489010 Reservekapitaal: Dit is het boekhoudkundig bedrag van je reservekapitaal zoals afgesproken in de VME. Dit bedrag kan afwijken van wat er daadwerkelijk op de rekening staat (550 Reservekapitaal op actief) maar meestal niet. Het reservekapitaal is de spaarrekening van je VME.
  • 489020 Eenmalig werkkapitaal: Dit is het permanent werkkapitaal dat je mogelijks hebt met je VME. Dit is een bedrag dat niet mee afgerekend wordt op het einde van het boekjaar. Dit wordt gebruikt als buffer op de zichtrekening.

Stap 6: Controle

Je krijgt in deze stap de resultatenrekening en balans te zien na het ingeven van de startgegevens. Controleer goed, indien deze klopt kan je de boekhouding activeren.

wat_heb_ik_nodig_om_de_boekhouding_op_te_starten.txt · Laatst gewijzigd: 2024/12/12 14:08 door robclaes